4 mei 2021 – door Arda van der Valk, vinoloog

Een druif, en dus wijn, bevat wijnsteenzuur. Tijdens het proces van wijn maken kan dit zuur door een reactie met mineralen onoplosbare kristallen vormen die naar de bodem zakken of aan de kurk hechten, zogenoemde 'wijnsteenzuurkristallen'.

Kristallen in wijn?

Vaak krijg ik de vraag wat die kristalletjes zijn die je weleens onder in een fles wijn ziet. Zijn het suikerkristalletjes? Of zijn het kleine glasscherfjes? Is de wijn nog wel goed? Je kunt eens proberen om op zo’n kristalletje te kauwen. Het smaakt niet naar suiker maar heel zuur, wijnsteenzuur …

Een druif, en dus wijn, bevat wijnsteenzuur. Tijdens het proces van wijn maken kan dit zuur door een reactie met mineralen onoplosbare kristallen vormen die naar de bodem zakken of aan de kurk hechten, zogenoemde ‘wijnsteenzuurkristallen’.

Bij witte wijnen wordt een methode gebruikt om dit te voorkomen: de wijn krijgt een koudebehandeling. Kou bevordert de vorming van deze kristallen. De wijn wordt tijdens de vinificatie gedurende een korte periode op een temperatuur van ongeveer -4°C gebracht. Hierdoor vormen zich kristallen die neerslaan in het vat. Ze worden als het ware bevroren en daarna verwijderd.

Bij rode wijnen wordt dit minder vaak gedaan, want rode wijn verliest mogelijk zijn kwaliteit als hij zoveel kou moet ondergaan.

Kortom, wijnkristallen tasten de geur en smaak van de wijn niet aan. Voor wijnliefhebbers zijn wijnsteenzuurkristallen juist het bewijs dat de wijn niet te veel is behandeld.

Santé!

Arda van der Valk

Vinologist